De grote rivieren in Spanje zijn de Duero, Tajo (Taag), Guadalquivir en Guadiana. Deze rivieren in Spanje stromen in westelijke tot zuidwestelijke richting. De enige grote naar de Middellandse Zee stromende rivier in Spanje is de in zuidoostelijke richting stromende Ebro. De Tajo is met haar 1007 km de langste rivier in Spanje van allemaal.
Door de sterke bodemerosie vervoeren de rivieren in Spanje in het algemeen veel sediment. Dit zorgt onder andere bij de rivieren Ebro en de Guadalquivir voor de vorming van delta’s. Daar waar de rivieren langzamer gaan stromen bezinkt het meegevoerd slib. In Galicië in het uiterste noordoosten hebben de rivieren brede mondingen, aangeduid als ría’s.
Er zijn maar erg weinig rivieren in Spanje die het gehele jaar bevaarbaar zijn. Vooral in de warme zomers is de waterstand vaak erg laag. Daar komt nog bij dat in de rivieren vele stuwdammen gebouwd zijn. Hiermee wordt energie opgewekt en wordt voorkomen dat het water te snel wegstroomt, zodat het nog gebruikt kan worden voor de landbouw.
De enige goed bevaarbare rivier in Spanje is de Guidalquivir, vanaf Sevilla stroomafwaarts.