Autoroutes Costa del Sol

Plaatsen > Costa del Sol > Autoroutes Costa del Sol

“LOS PUEBLOS BLANCOS”

Een leuke tip voor een dagexcursie vanuit de Costa del Sol is een bezoek aan één van de witte dorpen in het achterland. Nog leuker en ook raadzamer is om een auto te huren en één van de volgende routes te volgen. Alhoewel de startpunten van deze routes, Arcos de la Frontera en Ronda, in het binnenland liggen, kunt u de routes vanzelfsprekend ook in omgekeerde volgorde rijden. Dus beginnend aan de kust en eindigend in het binnenland.

Het feit dat Arcos de la Frontera bijna bij elke route wordt genoemd, is niet te wijten aan gebrek aan fantasie. Juist het tegenovergestelde; het plaatsje is zeker de moeite waard. Arcos de la Frontera is gelegen op een heuvel waarlangs zich de Guadalete-rivier slingert. In het dorp komt men terecht in een doolhof van witte straatjes. Vaak verbindt een stenen boog de beide straatzijden. Hier heeft Arcos (‘arco’ betekent ‘boog’) zijn naam aan te danken.

Van Arcos naar Ronda
Vanuit Arcos de la Frontera gaat u richting Grazalema. Na zo’n 28 km bereikt u El Bosque – één van die vele leuke witte dorpen – en vlakbij El Bosque ligt de Sierra del Pinar, welke zorgt voor een zuivere, frisse bergwind.
U vervolgt de weg naar Grazalema. Als er nog tijd is voor een omweg van ± 20 km, is het aan te raden om ook Ubrique te bezoeken. Dit is een redelijk grote plaats waar een middeleeuwse sfeer hangt.
Weer op weg naar het einddoel Ronda, neemt u de afslag naar Benaoján. In dit dorpje verschansten zich nog Moorse rebellen toen het gehele gebied al in Christelijke handen was gevallen. Dichtbij Benaoján ligt de grot ‘Cueva de la Pilata’, waar rotswandschilderingen uit het Paleolithicum zijn ontdekt.
Tenslotte komen we aan in Ronda, gelegen op een hoge rots welke door een diepe kloof in tweeën wordt gedeeld. En net zoals bij iedere andere bezoeker staat de ‘Puente Nuevo’ (die ‘nuevo’ oftewel nieuw was in de 18e eeuw) als eerste op uw programma.. Deze brug overspant het 90 meter diepe ravijn.

Van Ronda naar Castellar de la Frontera
Vanuit Ronda rijdt u in zuidelijke richting. Atajate is het eerste stadje op de route; het is omgeven door olijfbomen en wijngaarden. Aan de andere kant van de weg ligt, na slechts 1 km, Jimera de Libar met zijn oude minaret.
Verder naar het zuiden komt u terecht in Benadalid. Het dorpje ziet er zo vredig uit dat je je nauwelijks kunt voorstellen dat hier heel wat bloed heeft gevloeid in de opstanden en oorlogen gedurende de gehele Moslimperiode.
De volgende stop is Jimena de la Frontera. Hier is een schitterend Moors kasteel te bezichtigen en rondom Jimena de la Frontera vindt u vele kurkeiken.
Na 20 km bereikt u Castellar de la Frontera. Deze stad met zowel een toeristisch, nieuw gedeelte als een middeleeuws deel is zeker de moeite waard. Ook de Arabieren waren die mening toegedaan, want zij maakten er een vesting van omdat ze vanuit hier een goed overzicht hadden over de Straat van Gibraltar. Bij helder weer heeft u een schitterend uitzicht over de Sierra de Ronda en met een beetje geluk kunt u zelfs Afrika zien liggen.

Van Arcos naar Vejer de la Frontera
U neemt de weg die leidt naar Medina Sidonia (37 km van Arcos). Dit is het gebied van de weiden waar de vechtstieren grazen en ook worden in deze streek volbloed paarden gefokt. Zo’n 30 km verder naar het zuiden ligt Vejer de la Frontera, met in het oude gedeelte een mooie vesting die de eeuwen getrotseerd heeft en een parochiekerk in Mudéjarstijl.

Van Arcos naar Stenil de las Bodegas
De eerste stop is Bornos, een dorp van Arabische oorsprong, zoals zoveel dorpjes in deze regio. Andere interessante plaatsen waar u langs komt zijn Villamartín, dat aan de Guadalete-rivier ligt, Algodonales en Zahara. Deze laatste ligt iets van de route af, maar is zeker de moeite waard. Zahara ligt namelijk aan de voet van een heuvel en bovenop die heuvel ligt het kasteel waar de beroemde ontmoeting tussen Alfonso X en de Sultan der Moren plaatsvond. Andere bezienswaardigheden in Zahara zijn de Torre del Reloj (een oude wachttoren) en de kerk Santa María de Mesa.
Setenil zelf is een interessante stad voor liefhebbers van volksarchitectuur. Gebouwd tegen de steile rotsachtige hellingen van de Guadalporcún-rivier, fungeren de rotsformaties soms als muur of als dak. Setenil was één van de steden die door de Christenen op de Moren werd heroverd. De Moorse invloed is er dan ook nog steeds goed merkbaar.

Bron: Spaans verkeersbureau

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *