Plaatsen > Matalascañas

Matalascañas is de grootste Andalusische badplaats ten westen van de Guadalquivir. Deze badplaats, die geliefd is bij duizenden toeristen uit Frankrijk, Engeland en Spanje, ligt tegen de rand van het Coto Doñana-gebied.

Matalascañas beschikt over een fantastisch kilometerslang zandstrand waar het heerlijk vertoeven is. Niet voor niets is deze badplaats geliefd bij de Sevillanen. Doordat de zeebodem geleidelijk in zee afloopt, is dit ook een perfecte bestemmingen voor families met kinderen. Aan de promenade treft u een aantal leuke bars en restaurants waar u terecht kunt voor een lekker hapje en drankje. Matalascañas heeft een unieke ligging doordat het grenst aan het natuurreservaat Doñana met een zeldzame flora en fauna waaronder een kolonie flamingo’s. Dit nationale park is één van de mooiste van Spanje. Niet alleen natuur- en strandliefhebbers komen hier aan hun trekken want ook voor golfers is er een nieuwe 18 holes golfbaan.

Parque Nacional de Coto Doñana
Maak vooral een uitstapje naar Parque Nacional de Coto Doñana. Het is één van de grootste moerassen van Europa. Ruim 75.000 ha. moeras en zandduinen herbergen een grote diversiteit aan flora en fauna, waaronder flamingo’s, everzwijnen en parasoldennen. Het is eén van de belangrijkste natuurgebieden van Zuidwest Europa. Het gebied is een Nationaal Park en door de UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed. Het gebied heeft veel te lijden van het toerisme en de landbouw. Ook trof een milieuramp het gebied in 1998. Veel vissen en vogels zijn omgekomen toen een mijndam van een bassin met ertsafval doorbrak bij Aznacóllar. De giftige stoffen kwamen terecht in de rivier de Guadiamar.

Duizenden jaren geleden was dit gebied nog een baai in de Atlantische Oceaan. Door erosie van de zandheuvels ontstond een landtong met duinen in het westen. Deze groeiden aan naar het zuidoosten, waardoor de oude baai bijna volledig werd afgesloten. Een kleine opening bleef bestaan, waar de Guadalquivir de oceaan in stroomt. Op deze barrière van zand ontstonden duinen. De baai veranderde in een groot zoutwatermoeras, ook wel de Marismas genoemd. Doñana dankt zijn naam aan gravin Doña Ana Gomez de Mendoza de Silvay de la Cerda. Zij woonde in het Palacio de Doñana. Dit gebied stond bekend als een goed visgebied. Jagers en kolenbranders woonden in dit gebied, totdat zij het gebied moesten verlaten toen het in 1969 een Nationaal Park werd.
Het park is het voormalige jachtgebied van de hertogen van Medina Sidonia. Het paleis van Doñana, de plaats waar Doña Ana woonde sinds het einde van de 16e eeuw, is erg opmerkelijk. Het paleis is helaas niet geopend voor het publiek. Tegenwoordig wordt er nog weinig publiek toegelaten in het park. Het park is tweemaal per dag te bezichtigen door middel van een rondrit met een landrover.

Er zijn twee bezoekerscentra:
La Rocina, met een wandelpad. Ten zuiden van El Rocio.
El Acebuche, het vertrekpunt van excursies met jeeps. In het zuidwesten van het Park. Tel. +34 959 43 04 32 of +34 959 43 04 51.