Recepten > Algemene informatie over de Spaanse keuken
Een van de meest aantrekkelijke aspecten van Spanje is ongetwijfeld de keuken, één van de beste ter wereld vanwege de kwaliteit en variatie van gebruikte producten. Eigenlijk kan men niet spreken van de Spaanse keuken, maar moet gesproken worden van een veelzijdige streekgastronomie, beïnvloed door het klimaat en de inheemse levenswijzen van elke streek apart. De Spaanse kookkunst onderscheidt zich doordat bij de bereiding van het voedsel traditioneel olijfolie gebruikt wordt als plantaardig vet en reuzel als dierlijk vet. Tevens is er een grote variatie aan fruit en groenten die de Arabische cultuur meebracht en andere elementen zoals de aardappel en de tomaat die uit Amerika kwamen.
Anderzijds is de grote ontwikkeling van de Spaanse keuken in de laatste decennia ook te danken aan de opkomst van belangrijke chefs die de traditionele gerechten en recepten opnieuw hebben weten te interpreteren in overeenstemming met de moderne tijd, daarmee aan de Spaanse gastronomie een nieuwe dimensie in presentatie en smaak gevend.
Spaans eten is hartig en vol van smaak met een aantal verschillende invloeden. Vis en zeevruchten zijn overal te vinden, evenals mediterrane producten zoals olijven, olijfolie, kazen en vleeswaren. Lokale lekkernijen zijn onder andere pens (callos) in Madrid; heek in Bizkaia in Baskenland; paella in de regio Valencia; fabada (stoofpot) in Asturië; en overal is het grillen van maaltijden een kunst. Of u nu gastronomisch eten of stevige gerechten wilt, u vindt overal wel iets lekkers. Tapas (in Andalusië) of pintxos (Baskenland) zijn minigerechten die u aan de bar kunt eten in een informele omgeving terwijl u een glas wijn drinkt.
De hoofdstad van deze gerechten is ongetwijfeld San Sebastian. Nergens anders ter wereld vindt u zo’n verscheidenheid aan gerechten en zoveel creativiteit met tapas of pintxos.
De ovenschotels zijn overal verkrijgbaar, evenals kroketten en kleine hapjes zoals canapés. De populairste tapasgerechten zijn albondigas (gehaktballen), octopus en gefrituurde inktvis. De platos combinados (gemengde gerechten) hebben eieren, ham en aardappelen. Als het om vlees gaat, is gedroogde ham (jamon serrano) een klassieker, maar er zijn tientallen varianten. Ham Salamanca kan worden gegeten na een jaar drogen, en als het te oud of te hard wordt, wordt het gebruikt om stoofpot (cocido) of bouillon (caldo) op smaak te brengen. Chorizo is een andere klassieker: varkensworst die geurig en kleurrijk is met peper en paprika en een beetje kruiden. Regio’s hebben hun varianten, zoals chorizo de Pamplona, een mix van rundvlees en varkensvlees met paprika. Lomo is een filet mignon van varkensvlees, gedroogd en licht gerookt en geserveerd met gebakken eieren – het is een van de populairste gerechten van het land. Wat betreft vis en zeevruchten, vindt u in het hele land varianten en creatieve gerechten, van de berberechos (kokkels) uit Cantabrië; en chipirones uit Gipuzkoa is gevulde inktvis gekookt in inktvisinkt. De Spanjaarden hebben een grote voorliefde voor de octopus als het om eten gaat en serveren deze op vele manieren, waaronder met chili, bedekt met knoflook en olijfolie, of gemarineerd in salades. Mosselen worden op vele manieren bereid en de ansjovis is ongelooflijk populair en wordt vers gegeten in de lente en zomer en vervolgens het hele jaar door geconserveerd. Het wordt alleen gegeten of gebruikt om soepen en stoofschotels op smaak te brengen. Wat groenten betreft, zijn er geweldige tuiniertradities in het hele land, waaronder in de vallei van de Ebro, Navarra en Rioja, en ook in de regio Valencia.
De guindillas Andalusia zijn kleine groene paprika’s met een beetje pit die in azijn worden gelegd, vergelijkbaar met augurken; de piquillo Lodosa zijn paprika’s die gevuld kunnen worden met kabeljauw; artisjokken uit Navarra zijn heerlijk gefrituurd met dunne plakjes ham; en Andalusische kappertjes (caporones) zijn uitstekend en kunnen zo groot worden als olijven.
Olijven zijn een hoofdbestanddeel van de Spaanse keuken.
De geur van knoflook is een onmisbaar aroma in de Spaanse keuken
Wat kaas betreft, is manchegokaas de traditionele schapenkaas die overal in Spanje te vinden is, en de idiazabal van Gipuzkoa wordt beschouwd als de koning van de schapenkazen. Elk jaar, voor het feest van de Maagd, in september, zijn de Baskische herders te vinden in het kleine dorpje d’Ordizia om de beste kaas van het jaar te kiezen, die vervolgens wordt geveild.
Van Spanje kun je niet zeggen dat het één uitgesproken keuken heeft. Iedere streek heeft zo z’n eigen specialiteit. Wat mede is veroorzaakt door avonturiers en vreemde indringers uit vroeger tijden. Zoals de Romeinen, die er wijnstokken en olijfbomen plantten, de Arabieren, die er exotische specerijen en als nieuwigheid citroenen en sinaasappels heen brachten. Zo hebben ook andere volkeren hun stempel op de Spaanse keuken gezet.
Andalusië
De Andalusische keuken vertoont sterke oosterse invloeden. Vlees wordt hier vaak gegrild of gebakken in veel olijfolie, terwijl in andere gebieden vlees meestal wordt gestoofd.
In Catalonië, en met name in Andalusië rond Jaén, strekken olijfgaarden zich uit tot ver in de verte en reizigers naar deze regio zullen de bedwelmende geur van olijfolie opmerken die overal rondzweeft.
Oostkust
Uit de streken van de oostkust komt de welbekende ‘paella’. Het woord paella betekent eigenlijk alleen maar pan. De meest traditionele versie komt uit Valencia, maar elk plaatsje aan de kust heeft zo z’n eigen variant.
De gerechten uit de Spaanse keuken zijn vaak machtig en flink met pepers gekruid.
Eten in Spanje
Eten is in Spanje één van de plezierigste dagelijkse rituelen. De rijkgevarieerde gastronomie, tezamen met het plezier van de Spanjaard in de cultuur van bord en tafelkleed, maken dat zowel in de grote steden als in de kleine landelijke dorpjes zeer gemakkelijk eetgelegenheden te vinden zijn. Van de traditionele huiselijke menu’s tot befaamde restaurants met vijf vorken (de hoogste klasse die van één tot vijf loopt), eenieder kan de beste prijs/kwaliteitverhouding vinden die overeenkomt met zijn eigen smaak en voorkeur.
Het menu met de prijzen hangt meestal bij de ingang van de restaurants, welke ook een dagmenu bieden tegen een gewoonlijk lagere prijs. De bediening is inbegrepen in de prijs van de gerechten, hoewel het gebruikelijk doch niet verplicht is tussen vijf en tien procent van het totaalbedrag als fooi of beloning voor de bediening te geven. De meeste restaurants sluiten één dag in de week (zondag of maandag), hoewel er talrijke gelegenheden bestaan die altijd geopend zijn en waar op elk moment van de dag iets gegeten kan worden.
De etenstijden van alle maaltijden vallen ongeveer anderhalf uur later dan de gemiddelde Europese etenstijden, hoewel de lange openingstijden van de eetgelegenheden alle klanten in staat stellen hun eigen gewoonten aan te houden. De comida is de belangrijkste maaltijd van de dag. Men gaat omstreeks twee uur ’s middags aan tafel. Meestal eet men eerst een salade en in de zomer een koude soep, ‘gazpacho‘, dan een visschotel of een ’tortilla’ (een omelet), gevolgd door een vleesgerecht of een bonen- en vleesstoofschotel. Als toetje meestal wat fruit.
’s Avonds, tussen zes en negen, kan men overal terecht voor wat tapas (kleine hartige snacks), gamba’s en in olijfolie gefrituurde inktvis. Het avondeten (cena), bestaat doorgaans uit soep, gebraden of gegrild vlees, gebakken vis en weer meestal wat fruit toe.